OOGARTSEN SPRINGEN TIJDELIJK IN BIJ COVID-19-ZORG

‘Dit leed maak je in de oogheelkunde niet mee’

  • 5 min.
  • Maatschappij

Direct na de COVID-19-uitbraak sprongen zorgverleners uit verschillende disciplines in om drukbezette collega’s te helpen bij de zorg voor COVID-19-patiënten. Aios oogheelkunde Michiel Kuipers en oogartsen Ton Nguyen en Floor Tukkers waren tijdelijk betrokken bij COVID-19-zorg in ziekenhuizen in Noord-Brabant en Limburg.

Kuipers is in opleiding bij het Oogziekenhuis Rotterdam en doet een perifere stage in het Amphia Ziekenhuis in Breda. Hij vertelt dat de planning voor de spoeden verpleegafdeling centraal werd geregeld. ‘Er was een megagroot rooster. Samen met twee oogartsen ben ik als zaalarts op de afdeling ingedeeld. Dat was wel wennen. Het was al even geleden dat ik een stethoscoop in mijn handen had.’
Kuipers vond het spannend, maar er waren voldoende artsen beschikbaar. Bovendien waren er continu longartsen en internisten aanwezig voor supervisie. ‘Aanvankelijk schrok ik wel van de ernst van de ziekte. Maar het viel me op hoe snel de situatie wende. Al na een paar dagen hadden we onze draai gevonden. Als zaalarts moet je vooral zorgen dat zaken goed geregeld worden. Alle patiënten hebben hetzelfde ziektebeeld, dus medisch gezien was het niet ingewikkeld en hoefde ik geen nieuwe vaardigheden te leren.’

Menselijke drama’s

Kuipers hield rekening met hoge werkdruk en hectiek, maar was verbaasd over de rustige sfeer, mede omdat er geen bezoek was toegestaan. ‘Er waren wel drie verdiepingen met COVID-19-patiënten, maar er was geen sprake van chaos of paniek. Omdat personeel beschermende kleding aan moest, was er weinig in- en uitloop op de afdeling. De rust was een grote tegen stelling met wat ik had verwacht.’
Terugkijkend was het een pittige tijd, vindt Kuipers. Niet alleen vanwege het werk waarmee hij niet meer vertrouwd was, maar ook vanwege de menselijke drama’s. ‘Dat leed maak je in de oogheelkunde niet mee. Vrijwel elke dag moest ik patiënten schouwen en overlijdensformulieren invullen. Ik heb niet het gevoel dat we zijn tekortgeschoten. Alle patiënten hadden een bed en kregen goede zorg. Ik heb kunnen helpen en ben trots op de samenwerking die ik heb ervaren. Je kunt als organisatie kennelijk heel snel de boel omgooien als de nood aan de man is.’

Onzekerheid

‘Ook het Elkerliek Ziekenhuis lag vol met COVID-19- patiënten’, vertelt Nguyen. ‘Longartsen bleven hoofdbehandelaar, maar zij hadden hun handen vol aan nieuwe patiënten en het overplaatsen van patiënten naar andere ziekenhuizen. Vier van onze negen oogartsen zijn bijgesprongen. We zijn ingedeeld voor met name ondersteunen bij visite, huisartsen telefonisch helpen met triage en administratie rond overplaatsingen. Ik ben zelf niet met patiënten in contact geweest.’
‘Het was prettig dat er altijd een longarts aanwezig was,’ vindt Nguyen, ‘want er was veel onzekerheid. Je weet niet wat je aan vragen kunt verwachten of hoe druk het zal worden. Maar ik heb geen specifieke vaardigheden hoeven leren. We zijn een paar keer ingedeeld voor COVID-19- diensten. Toen het rustiger werd, was dat niet meer nodig.’
Nguyen kijkt terug op een vreemde tijd. ‘Je werkt niet in je eigen specialisme en je weet niet wat je te wachten staat. En het ging ook wel door me heen dat ik misschien zelf ziek kon worden. Maar we voelden dat het nodig was om mee te helpen. Als oogarts kom je vrijwel nooit op een verpleegafdeling, dus ik heb veel nieuwe gezichten gezien. Alle specialismen deden mee. Dat gaf veel saamhorigheid en was heel motiverend. Verpleegkundigen die ik ken van oogoperaties zag ik nu helemaal ingepakt voor COVID-19-patiënten zorgen. Dat was indrukwekkend.’

Veel informatie

In het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg hielpen twee van de tien oogartsen mee in de COVID19-zorg. Voorbereiding gebeurde volgens Tukkers voornamelijk via e-mail. ‘Verder werden in de Zakkaartjes App protocollen geplaatst, onder andere over de gang van zaken bij een besmette patiënt. Daarin stonden bijvoorbeeld schema’s voor zuurstoftoediening, medicatie en telefoonnummers van supervisors. In het begin vlogen de documenten je om de oren, maar al snel ging dat meer gestructureerd. Later was er ook een minischoling over het gebruik van het elektronisch patiëntendossier en over het dragen van beschermende kleding.
Daarnaast kwam er de internettraining van de FMS. Ik had het gevoel dat ik weer terugging naar mijn opleiding. Maar op een gegeven moment ben je zo vol van de informatie, dat je denkt: we zien het wel. Iedereen zit immers in hetzelfde schuitje en is bereid om elkaar te helpen.’ Tukkers stond enkele dagen als zaalarts op de afdeling. Dat voelde niet heel comfortabel. ‘Want daar weet je niet veel meer van. Zelfs de statusvoering was onwennig, want de oogartsen gebruiken een eigen deel binnen het patiëntendossier.’

Opstarten reguliere oogzorg

Begin mei was de grootste druk weg, maar stonden Tukkers en haar collega’s nog wel ingedeeld. Tegelijk vroeg het opstarten van de reguliere oogzorg aandacht. ‘Momenteel weet ik niet of ik nog zinvol kan bijdragen aan COVID-19-zorg. Aanvankelijk hielp alles wat je deed, maar nu is er veel interne multipathologie waar ik niet veel kennis over heb. Ik hoop dat ik me weer met mijn eigen patiënten kan gaan bezighouden. Maar het is een lastige situatie. Iedereen wil terug naar normaal, terwijl er nog wel COVID-19-patiënten zijn die zorg nodig hebben.’
Werken in de COVID-19-zorg was bijzonder en leerzaam, blikt Tukkers terug. ‘Het was erg interessant om eens helemaal buiten je eigen terrein te werken. Ik heb weliswaar in mijn dienst geen acute ic-opnamen of sterfte meegemaakt, maar uit verhalen van collega’s hoorde ik wel over de impact van de ziekte. Ik ben me nog meer bewust geworden van de noodzaak van goede logistiek en infectiepreventie op onze afdeling. Daar waren we al volop mee bezig, maar we maken nu allemaal mee hoe snel een besmetting kan gaan.’


F.S. Tukkers is oogarts en medisch manager in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg en eigenaar van het Lasik Centrum in Tilburg. In het ziekenhuis was zij betrokken bij COVID-19-zorg.

T.H. Nguyen is oogarts in het Elkerliek Ziekenhuis in Helmond en Deurne. Hij is gespecialiseerd in vitreoretinale chirurgie en draaide mee in het COVID19-team van zijn ziekenhuis.

M. Kuipers is aios oogheelkunde in het Oogziekenhuis Rotterdam. Tijdens een perifere stage in het Amphia Ziekenhuis in Breda hielp hij mee in de zorg voor COVID-19patiënten.