ERVARINGEN VAN OOGARTSEN MET ACUTE OOGZORG TIJDENS COVID-19-PANDEMIE

Crisiszorg voor oogheelkundige spoedpatiënten

  • 7 min.
  • Maatschappij

Al snel na de COVID-19-uitbraak in Nederland is alle niet-spoedeisende oogzorg stopgezet. Oogartsen lopen, samen met KNO-artsen, vanwege hun onderzoeks- en behandeltechnieken immers een verhoogd risico op besmetting met het virus. Welke behandelingen gingen door? En hoe zag de acute oogzorg er in crisistijd uit? Medio april, als de crisis over de top heen lijkt, blikken drie oogartsen terug op hun ervaringen.

In het Elkerliek Ziekenhuis, met vestigingen in Helmond en Deurne, is de planning van alle spreekuren nagekeken en zijn alle patiënten gebeld over eventueel uitstel van het consult. ‘Hiervoor bestond geen protocol in het ziekenhuis’, vertelt oogarts Ton Nguyen. ‘Het NOG publiceert regelmatig nieuwsbrieven over oogheelkunde en COVID-19 en geeft adviezen. Dat geeft handvatten om de zorg in te richten. Intravitreale injecties en vitrectomieën gaan wel door, want die leiden tot schade als die uitgesteld worden. Een netvliesloslating moet binnen één tot enkele dagen worden behandeld.’

Aparte operatiekamer

Het ziekenhuis dacht met de oogartsen mee over de veranderde patiëntenzorg. Nadat de oogzorg op locatie Helmond was stopgezet en een week later ook de operaties in Deurne niet meer werden gedaan, lag er al een plan over het omgaan met oogheelkundige spoedpatiënten. ‘Voor netvliesoperaties staat elke dag een ok-team klaar en in Helmond is er een aparte operatiekamer voor ingericht. Zo hebben we alle spoedpatiënten binnen 24 uur kunnen opereren’, vertelt Nguyen. Bij patiënten die nog wel in het ziekenhuis komen, worden uiteraard voorzorgsmaatregelen getroffen. Vooraf wordt telefonisch gevraagd naar klachten van het virus, en eenmaal in het ziekenhuis wordt dat nogmaals zo goed mogelijk beoordeeld. Voorafgaand aan een spoedoperatie vindt een longscan plaats. Bij tekenen van het virus wordt een kweek afgenomen en beoordeeld of de operatie kan wachten tot de uitslag bekend is. Zo niet, dan is een speciale operatiekamer beschikbaar waar met beschermende kleding wordt geopereerd.

Nieuwe patiënten

Nieuwe patiënten met oogklachten zijn zoals gewoonlijk eerst beoordeeld door de huisarts, eventueel in telefonisch overleg met een van de oogartsen. Gezamenlijk wordt een termijn bepaald waarbinnen de patiënt door de oogarts moet worden gezien. ‘Een diagnose op afstand stellen door de oogarts is lastig’, stelt Nguyen. ‘Daarvoor is immers specifieke apparatuur nodig. Er zijn wereldwijd wel online testen in ontwikkeling, maar die zijn nog te beperkt voor degelijk oogheelkundig onderzoek.’

Snel en veilig

Ook voor Taco Prinsenberg, oogarts bij Bergman Clinics in Den Bosch, is de gang van zaken bij acute oogheelkundige problemen tijdens de crisis uiteraard aangepast. Voor acute zorg is de kliniek continu bereikbaar. ‘Onder normale omstandigheden zijn samenwerking en uitwisseling van informatie tussen onze focusklinieken gebruikelijk en gemakkelijk. Daar plukken wij onder deze omstandigheden ook de vruchten van. Per vestiging zijn de omstandigheden wel iets verschillend, bijvoorbeeld wat betreft de fysieke indeling van de kliniek. Dat vraagt om enig maatwerk per kliniek.
Doordat we preventieve maatregelen nemen, komen bij ons in principe geen COVID-19-patiënten. We volgen hierin de adviezen van het NOG. De eerste triage gebeurt na doorverwijzing van ons landelijke Contact en Service Center. Dat team is goed uitgerust om ook in deze omstandigheden triage te doen. Onze oogartsen zijn altijd beschikbaar voor overleg en zo nodig zien we de patiënt direct.’

Videotriage

Videotriage, voor veel vakgebieden momenteel een uitkomst, is volgens Prinsenberg voor de oogheelkundige zorg nog niet geschikt als volledig alternatief voor een oogheelkundig consult. Voor oogonderzoek is immers specialistische apparatuur nodig. ‘De anamnese is volgens mij een onderschat onderdeel van het oogheelkundig onderzoek. Maar het is evident dat de anamnese niet het hele oogheelkundig onderzoek kan vervangen. Daarom moet je bij alarmsignalen nagaan hoe je de patiënt snel en veilig kunt zien.’
Het is voor Prinsenberg op het moment van schrijven te vroeg om de hele crisis te overzien en daarom ook nog te vroeg voor ‘geleerde lessen’. Maar een evaluatie van de crisis is volgens hem essentieel. ‘Het is van groot belang om na deze situatie op ieder niveau na te gaan waar dingen goed zijn gegaan en waar verbetering nodig is. In de geneeskunde is dat common practice.

Oogschade bij uitstel

In het Oogziekenhuis in Rotterdam ligt de algemene oogzorg eveneens vrijwel stil tijdens de crisis. Veel consulten gebeuren telefonisch. Intravitreale injecties en operaties voor retinaloslatingen, ernstig glaucoom en hoornvliesproblematiek gaan wel door vanwege de mogelijke blijvende schade bij uitstel. ‘Niet alle behandelingen hebben spoed, maar als ze te lang worden uitgesteld kan iemand blind worden’, vertelt oogarts Marijke Wefers Bettink van de afdeling Acute Oogzorg van het Oogziekenhuis. ‘We zien op de Acute Oogzorg wel patiënten met symptomen van achterste glasvochtloslatingen. Uitstel van controle kan leiden tot netvliesloslating. Ook oogdrukmetingen kunnen soms niet worden uitgesteld.’

Enkele oogartsen van de coöperatie van het Oogziekenhuis werken normaal gesproken in meerdere ziekenhuizen, maar tijdens de coronacrisis werken zij alleen in hun eigen ziekenhuis. ‘In enkele ziekenhuizen zijn de oogartsen en assistenten ingezet bij de algemene zorg’, weet Wefers Bettink. ‘Het was niet nodig om oogheelkundige patiënten te herplaatsen.’

Triage aan de deur

In eerste instantie zouden alle besmette en verdachte patiënten in het Erasmus MC worden behandeld, maar vanwege het snel toenemend aantal patiënten was dat niet meer te doen. Bij het Oogziekenhuis is daarom eind maart triage aan de deur ingevoerd. De patiëntenstroom wordt na triage verdeeld in verschillende routes, afhankelijk van de behandeling die nodig was. ‘Bij ons komen geen ernstig zieke COVID-19-patiënten, maar bij klachten hebben we wel nadrukkelijk doorgevraagd gezien het besmettingsrisico van oogartsen’, vervolgt Wefers Bettink. ‘Ook letten we op conjunctivitis, dat of hetgeen kan wijzen op besmetting met het virus. Maar welke patiënt is verdacht? En in welke route moet de patiënt worden geplaatst: de coronaroute of de gewone route? Het is lastig hoe je dat moet triëren voor oogheelkundige patiënten die vaak een rood oog hebben.’

Tekort aan bescherming

Verdachte patiënten komen in de coronaroute: ze krijgen een mondkapje en worden door zorgpersoneel gezien onder volledige bescherming. Spleetlampen zijn voorzien van grote schermen. Maar ook in het Oogziekenhuis speelt een tekort aan beschermende middelen. ‘Er is niet voor al het personeel een mondkapje’, vertelt Wefers Bettink. ‘We vrezen vooral besmette patiënten zonder symptomen, want die ontdek je niet met triage. Dit speelt ook als we weer gaan opschalen, omdat personeel dan besmet kan raken en ook andere patiënten kan besmetten.’
Alles is anders in crisistijd, heeft Wefers Bettink ervaren. ‘Niets gaat op ervaring. We zien veel minder patiënten, maar de dagen zijn toch intensief. Ik ben erg benieuwd hoe we straks weer gaan opschalen. Voor anderhalve meter afstand hebben wij in de wachtkamer gewoonweg geen ruimte, dus dat gaat niet lukken. Misschien moeten we bij een deel van de patiënten doorgaan met belconsulten.’


LES UIT DE CRISIS: INTENSIEVERE SAMENWERKING

Terwijl Ton Nguyen in de landelijke coronazorg goede coördinatie en afstemming ziet, merkt hij dat de oogheelkundige samenwerking in de regio beperkt is. Hij zou graag intensievere samenwerking willen binnen de oogheelkunde, bijvoorbeeld voor het opvangen van spoedpatiënten. ‘Dat is voor ons misschien een les uit deze crisis.
Oogartsen moeten nogal eens zoeken waar plek is voor een patiënt. We hebben alle spoedpatiënten wel op tijd kunnen behandelen, maar het zou goed zijn als we structureel inzichtelijk kunnen maken waar een patiënt terechtkan.’


M. Wefers Bettink is oogarts en medisch aanspreekpunt van de afdeling Acute Oogzorg van het Oogziekenhuis in Rotterdam. Haar aandachtsgebieden zijn algemene en acute oogzorg en neuroophthalmologie

T.H. Nguyen is oogarts in het Elkerliek Ziekenhuis in Helmond en Deurne en is gespecialiseerd in glasvocht- en netvliesoperaties. Hij doet acute oogzorg voor netvliesaandoeningen en draaide mee in het COVID-19-team van zijn ziekenhuis.

A.A.T. Prinsenberg is oogarts bij Bergman Clinics in Den Bosch. Hij is gespecialiseerd in onder andere cataractchirurgie, ooglidchirurgie en maculadegeneratie.