VERENIGING

Oprichting NOG veranderde oogheelkundig landschap

  • 3 min.
  • Beroepsuitoefening

De oprichting van het NOG verdreef Utrecht van de dominante positie op het gebied van oogheelkunde, die het te danken had aan het pionierswerk van prof. dr. F.C. Donders. Pas na Donders’ dood in 1889 kregen dr. Van Moll en collega’s vrij spel om in juni 1892 de vereniging op te richten. Hoogleraar Hans Vingerling (Erasmus MC) vertelt over de totstandkoming van het NOG en hoe hij onlangs een bijzondere band kreeg met oprichter Van Moll.

Utrecht was eind negentiende eeuw het centrum van de oogheelkunde, vertelt prof. dr. Vingerling. ‘Dat kwam door de Utrechtse hoogleraar Oogheelkunde Franciscus Cornelis Donders (1818-1889), die nationaal en internationaal een groot aanzien genoot. Vrijwel alle oogartsen werden in die tijd opgeleid in Utrecht en hielden na het uitvliegen contact met de moederkliniek.’
Alle bijzondere zaken die zij tegenkwamen bij hun werk werden zij geacht te bespreken tijdens een jaarlijkse vergadering in Utrecht. ‘Die positie begon te wringen toen er op steeds meer plaatsen in Nederland medische faculteiten met oogheelkundeopleidingen ontstonden, maar niemand durfde tegen Donders in te gaan.’ Pas toen hij in 1889 overleed kwam er meer ruimte om het anders te gaan doen.

Veertien aanwezigen

&ellipsis;

Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen

Account aanmaken

Heeft u al een account?